Crucibulum is een geslacht met bekerwanden waarvan het wandweefsel bestaat uit een enkele laag cellen.
Andere nestzwammen uit het geslacht Cyathus hebben bekerwanden bestaande uit drie lagen.

Bleek, Geel, en Gestreept nestzwammetje komen voor in Amsterdam em omstreken. Ook in Diemen zijn ze met enige regelmaat te vinden. Maar ze zijn erg klein, en je oog moet er maar net op vallen.

Kenmerken:

• Bekervormig.
• Beker buitenkant is wit-geel viltig bekleed (hyfen met onregelmatige uitsteeksels).
• In jonge toestand een geel deksel.
• Beker binnenkant: als de sporen rijp worden, gaat het deksel eraf. De beker heeft van binnen een gladde, gelige wand.
• De "eitjes"(peridolen) zitten met een wit draadje vast in de bodem van de beker. Een regendruppel is in staat een rijp eitje weg te slingeren met het draadje.

Biotoop:
Groeit in groepen. Dood loof- en naaldhout, soms plantenresten. Zelden op de grond, en dan op houtsnippers.

Houtsoorten:
Houtsnippers. Niet specifiek.

Verwisselbaarheid:

• Bleek nestzwammetje (Cyathus olla)
• Gestreept nestzwammetje (Cyathus striatus)
• Mestnestzwammetje (Cyathus stercoreus)
  [NMV Ga 207020].
  Het is een duinsoort, op konijnenkeutels, spaanplaat, helmgras.